Vlak voordat in menig huishouden het kerstdiner werd opgediend, versterkte FC Utrecht zich met Sébastien Haller. Van die Franse spits, die overkwam van AJ Auxerre, hadden op dat moment weinigen gehoord. Inmiddels is dat wel anders. Twee wedstrijden, vijf goals. Dat is de recente balans van de twintigjarige spits, die het in de Nederlandse competitie uitstekend naar zijn zin heeft. Een gesprek met de man die zichzelf de geschiedenisboeken van FC Utrecht in schoot door vier keer te scoren in het duel met FC Dordrecht.

Een glimlach verschijnt op het gezicht van Sébastien Haller. Of hij vanaf jongs af aan al voetbalt? “Jazeker, op de pleintjes en de veldjes van Vigneux-sur-Seine, waar ik ben opgegroeid”, zegt de boomlange Fransman. “Maar van mijn zesde tot mijn negende jaar zat ik op judo. Dat vond ik leuk, maar ik was er na een paar jaar wel op uitgekeken. Ik wilde rennen, alle kanten op. Dat gaat op zo’n judomat wat lastig, haha.”

Alleszins vrolijk is de in Ris Orangis geboren aanvaller. En dat valt prima te verklaren. Vijf goals in twee wedstrijden; dat komt het humeur van de zoon van een Franse vader en Ivoriaanse moeder ten goede. ‘Ik wil plezier hebben als ik voetbal’, zei de twintigjarige jeugdinternational een maand of twee geleden tijdens een trainingskamp in Spanje. “Dat plezier, dat heb ik hier bij FC Utrecht gevonden”, vertelt hij nu. “Voor een spits is de Eredivisie een fijne competitie om in te spelen. Er is meer ruimte op het veld dan ik in Frankrijk gewend ben. Kijk, alle teams willen hier aanvallen, denken aan scoren. Daardoor zie je veel actie tijdens Eredivisiewedstrijden en zijn er over en weer veel kansen. Dat is fijn voor de fans, maar natuurlijk ook voor mij als spits.”

Van de ruimte die hij kreeg, maakte Haller in het duel met FC Dordrecht grif gebruik. Vier goals scoorde hij. Genoeg voor een vermelding in de geschiedenisboeken van FC Utrecht, waarvoor tot dat moment alleen Leo van Veen en Igor Gluscevic eerder vier keer scoorden in een Eredivisiewedstrijd. Ook in de Franse media was er aandacht voor de quadruplé, zoals de vierklapper in het geboorteland van Haller wordt genoemd. “Mijn telefoon stond niet echt roodgloeiend, maar dat had een andere reden: ik ben onlangs van nummer veranderd, haha”, knipoogt de goalgetter. “Op social media – ik ben actief op Twitter en Facebook – stroomden de berichtjes binnen en ook van oud-teamgenoten uit Frankrijk ontving ik leuke reacties. De wedstrijd tegen FC Dordrecht bewees maar weer eens dat alles mogelijk is. Dat ik vier keer zou scoren, had ik nooit verwacht. Ik wilde goed spelen, met het team een goede prestatie neerzetten en als het even kon één of twee doelpunten meepikken. Dat werden er dus vier. Heel mooi, maar ik blijf er rustig onder. Ik ben een rustige jongen, in het veld, maar ook in het leven.”

“We gaven tegen FC Dordrecht alles wat we in ons hadden”, gaat de van AJ Auxerre gehuurde spits verder. “Winnen was die dag het belangrijkste. De trainers hadden gezien dat FC Dordrecht in de beginfase van de wedstrijd, het eerste halfuur, relatief veel goals incasseert. Snel scoren, dat was het doel. En dus zetten we direct veel druk. Dat pakte uitstekend uit.”

Heracles Almelo deed exact het tegenovergestelde van wat Haller tot nu toe meemaakte in Nederland. Het kroop ver terug, liet de Utrechters het spel maken. “Ze hebben een klein veld daar, en een veld waarop de bal heel snel rondgaat. Wat zij deden, was wachten op een fout van ons. Ze gaven amper ruimte weg. We moesten geduldig zijn, onze tijd nemen. Dat ik de gelijkmaker scoorde, voelde fijn. Het was jammer dat we daarna niet ook nog de winnende konden scoren.”

“Feyenoord heb ik een paar keer zien spelen”, zegt de nummer twee van de Utrechtse clubtopscorerslijst over de tegenstander van vanmiddag. “Goed team, hoor. Grote club ook. Maar wij spelen thuis. Dus wij moeten winnen. We staan op de ranglijst niet waar we thuishoren, vind ik. Drie punten kunnen daar verandering in brengen.”