Bob Schepers, de studerende profvoetballer

 

 

 

Het is het gene wat hij ‘t meest mist: een typisch studentenleven. Zijn vrienden feesten de hele week door. Ze zijn nou eenmaal student. Bob is ook student, maar moet vaak afhaken voor feestjes. De geboren Twentenaar doet namelijk wat naast zijn studie psychologie. Hij is profvoetballer.

“Wanneer mijn maatjes met zijn allen wat gaan doen kan ik gewoon niet mee,” vertelt de 21-jarige Bob Schepers. Twee jaar geleden kocht FC Utrecht hem van Jupiler League-club SC Cambuur, de trots van Leeuwarden – de stad waar Schepers het grootste deel van zijn leven verbleef. Sinds dit seizoen komt hij ook daadwerkelijk uit voor FC Utrecht. En dat is hard werken. Terwijl zijn studiemaatjes bierglazen heffen in de kroeg, heft Schepers gewichten. Rond het tijdstip dat zij huiswaarts keren, wordt hij wakker. Hij heeft er, inmiddels, vrede mee.

“Het is een keuze geweest, een kans. Een jongensdroom die uitkomt,” verklaart hij. Cliché? Ja. Maar wel het beste cliché dat je je als jonge jongen kunt bedenken. Je verdient bakken vol geld door achter een bal aan te rennen, mooie vrouwen bezwijken voor je goddelijke lichaam en je eerste auto is meteen een snelle bolide. Of nou ja, dat laatste is niet helemaal waar: Schepers rijdt in een Skoda. “FC Utrecht wil dichter bij het volk staan.” Legitieme reden.

Afgelopen januari vervolgde de linksbuiten zijn studie psychologie. Hij volgde het al eerder aan de Rijksuniversiteit Groningen, toen hij door FC Groningen werd gehuurd. “Groningen is een geweldige stad, goede feestje beleefd daar,” grinnikt Bob terwijl hij even afgeleid is door vorderingen in de Champions League finale.

Desalniettemin hadden zowel het voetbal als de studie weinig succes in hoge noorden. Nu is dat anders. “Ik heb in vijf maanden al vijftien punten binnen, niet zo heel veel slechter dan de gemiddelde student toch,” grapt Schepers. “En natuurlijk scoorde ik voor FC Utrecht.”

Met zijn studie probeert Schepers de diepgang te vinden die hij in het voetbal mist. “Bij voetbal praat je simpelweg over voetbal. Wie heeft welke wedstrijd gewonnen, welke speler heeft nu met een topmodel in bed gelegen, dat soort praat,” zegt de twintiger. Een tekort aan debat, meent hij. Hij volgde vroeger al met veel plezier filosofie op de middelbare school, maar stopte na het gymnasium met studeren. Nu, in Utrecht, komt zijn drang naar kennis toch weer boven. “Ik vind het gewoon fijn om meer na te denken over dagelijkse dingen.”

Onlangs promoveerde zijn oude club Cambuur naar de Eredivisie. Hij ging mee naar de beslissende uitwedstrijd tegen Excelsior. “Cambuur is toch wel de club waar mijn hart ligt.” Dat is niet gek: de jongen kreeg er eigen spandoeken, liederen en honderden fans bij. Hij was destijds nog geen twintig jaar.

“Toch wel een beetje die jongensdroom,” lacht hij. “Maar,” vervolgt hij nu serieuzer, “wel een met beperkingen.” Zijn vrienden hebben een weekendje weg gepland op een woonboot. Bob zegt op het allerlaatste moment af. Hij zit morgen bij de selectie voor de beslissende wedstrijd voor Europees voetbal tegen FC Twente. Bob wordt enthousiast. “Stel je voor dat ik volgend seizoen gewoon Europees voetbal speel!”

Ja, stel je eens voor. Na ons interview zitten er vele studenten met een krat pils voor de televisie de finale van de Champions League te kijken. Hoeveel van die jongens denken vanavond niet stiekem: “Hoe zou mijn leven zijn geweest als ik profvoetballer zou zijn geweest?”


Tekst: Christiaan Triebert

eerder geplaatst in de Groninger Studentenkrant

op 9 juni 2013









Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen