FC Utrecht bleek te sterk, al had het geluk dat Ralf Seuntjens in de negende minuut een grote kans op de openingstreffer om zeep hielp. Aan de overkant was het zes minuten later wel raak, toen Toornstra een afvallende bal op de pantoffel nam: 1-0. Utrecht was hierna heer en meester, maar slaagde er pas in de tweede helft in om verder uit te lopen. Kort na rust was Toornstra weer de gevierde man: ditmaal profiteerde hij van voorbereidend werk van Yassine Ayoub en kon hij van dichtbij eenvoudig scoren.

Nog binnen de eerste tien minuten van de tweede helft viel ook de 3-0 en dat was de beslissing in de wedstrijd. Toornstra was nu niet de afmaker, maar de aangever: uit de hoekschop van de middenvelder scoorde Gevero Markiet.

Utrecht bleef ook hierna de gevaarlijkste ploeg, maar twintig minuten voor tijd wist Den Bosch toch de eer te redden, dankzij een eigen doelpunt van Mark van der Maarel. De verdediger blokte een voorzet, maar passeerde daardoor wel de uit zijn doel gekomen Robbin Ruiter. Het slotakkoord kwam op naam van Steve de Ridder, die op aangeven van Tommy Oar de 4-1 maakte.