Uteregs

 

Bij ‘The Voice of Holland’ zei een kandidaat enkele maanden geleden dat de kijkers hem konden followen op Twitter. Ik begrijp dat niet. Ja, ik weet wel wat hij zegt, maar ik begrijp niet waarom hij het op die manier zegt. Wat is de toegevoegde waarde om ‘followen’ te zeggen in plaats van ‘volgen’? Ik vind dat taalverloedering. De titel van het programma is ook Engelstalig, maar daar stoor ik me niet aan. De maker heeft het programma aan vele landen verkocht en dat maakt het gebruik van een Engelstalige naam functioneel. En daar draait het volgens mij om: het gebruik van een buitenlands woord moet functioneel zijn. We zijn toch Nederlanders!

 

Vorige week belde ik naar een bedrijf in Utrecht. De telefoon werd beantwoord door een telefoniste met een zachte G. Geen enkel Utrechts bedrijf zal een telefoniste aanstellen met een Utrechtse tongval, maar Brabants is kennelijk wel acceptabel. Ik vind dat vreemd. Schamen we ons voor een Utrechts accent? Waarom dan? We zijn toch Utrechters!

 

Toch snap ik die bedrijven wel. Er komen mensen uit heel Nederland naar Utrecht om te studeren. Velen van hen blijven na hun studie in Utrecht wonen wegens de centrale ligging en de aanwezigheid van een groot aantal (inter)nationale bedrijven. Utrechters met een goede opleiding passen hun taalgebruik aan om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het Utrechts wordt daarom vooral gesproken in de volksbuurtjes. Dit beeld wordt nog eens versterkt door de volkse typetjes van Tineke Schouten, Herman Berkien en Rijk de Gooyer. Het Utrechts wordt daarom ervaren als een platte volkstaal en niet als een streektaal. Dat is een sociale maatstaf en geen taalkundige.

 

Het is een nadeel dat het Utrechts veel verwantschap vertoont met het Hollands, dat als de standaardtaal wordt beschouwd. Ook hierdoor wordt het Utrechts eerder als plat ervaren dan als een zelfstandige streektaal. Maar ook dat is geen objectieve maatstaf. Als wij vandaag zouden afspreken dat het Limburgs de standaardtaal is, zou vanaf nu het Brabants als plat worden ervaren en het Utrechts als een dialect.

 

Eigenlijk is het heel onredelijk dat het Utrechts als plat wordt ervaren door de overeenkomsten met het Hollands, omdat in het Hollands juist heel veel invloeden uit het Utrechts voorkomen terwijl de Hollandse invloed op het Utrechts zich beperkt tot het noordwesten van de provincie. Tot 1527, toen bisschop Hendrik van Beieren zijn wereldlijk gezag overdroeg aan Karel V, was Utrecht een zeer belangrijke stad. Een Utrechtse tongval was tot die tijd een teken van macht en rijkdom en veel Hollandse handelaren probeerden het Utrechtse dialect te imiteren. Nadat het katholicisme in 1580 verboden werd verloor Utrecht definitief haar belangrijke status.

 

Amsterdam, waar een machtsovername door welvarende calvinisten had plaatsgevonden, nam die rol over. Nadat Antwerpen in 1585 door de Spanjaarden was ingenomen en de Schelde door de Hollanders was afgesloten ontwikkelde Amsterdam zich tot een belangrijke havenstad, vooral omdat de VOC in 1602 haar hoofdkantoor in de stad vestigde. Amsterdam zou die rol niet meer uit handen geven en toen ten tijde van de Bataafse Republiek een standaardtaal werd vastgesteld, werd dit logischerwijs het Hollands.

 

We kunnen echter best trots zijn op ons Utrechts. Het is geen platte volkstaal maar een streektaal, waaruit deels de huidige standaardtaal is voortgekomen. Een telefoniste met een Utrechtse tongval zou daarom heel normaal moeten zijn bij een Utrechts bedrijf. En mocht u kritiek krijgen op uw Utrechtse uitspraak, antwoord dan met het volgende oude versje:

 

Toen Amsterdam nog een plas was

En Rotterdam nog slechts gras was

Was Utrecht een stad

Die alles al had

Waar iedereen mee in zijn sas was

 

Bert van Zantwijk

 


Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen