PSV was in de openingsfase zoveel beter dan FC Utrecht, dat een doelpuntrijke avond in de maak leek. Het publiek ging er eens goed voor zitten toen de thuisclub zo snel afstand nam. PSV haalde daarna echter de voet van het gaspedaal, waardoor het zwaar gehavende FC Utrecht zowaar nog een beetje in de wedstrijd kon komen. De ploeg van trainer Rob Alflen kreeg ook wat kansjes op de aansluitingstreffer, maar FC Utrecht miste simpelweg te veel spelers om het PSV echt lastig te maken.

Cocu had vooraf weliswaar geroepen het bekertoernooi zeer serieus te nemen, maar hij wijzigde zijn elftal toch op liefst vijf plaatsen. Onder de lat kreeg Remko Pasveer, die normaal gesproken Jeroen Zoet voor zich moet dulden, een kans zich te laten zien. De Franse verdediger Nicolas Isimat, gehuurd van AS Monaco, debuteerde centraal achterin.

Santiago Arias, Marcel Ritzmaier en Jürgen Locadia mochten zich ook vanaf de aftrap bewijzen. Bij FC Utrecht zijn de personele problemen het hele seizoen al groot. De ziekenboeg werd deze week aangevuld met Willem Janssen, Nacer Barazite en Ramon Leeuwin, terwijl Mark van der Maarel vanwege een schorsing ontbrak. Daarom kregen jongelingen als Mark Diemers, Yannick Cortie en Rubio Rubin een kans in Eindhoven.

Het gemankeerde FC Utrecht werd in de beginfase weggeblazen en mocht blij zijn dat het na 20 minuten 'slechts' 2-0 stond door treffers van Jetro Willems en Cortie, die een voorzet van Arias ongelukkig in eigen doel tikte. Het dominante PSV vond het daarna wel best en liet FC Utrecht het spel maken, terwijl het zelf op de counter gokte.

Pasveer voorkwam met knappe reddingen dat Diemers en Rubin konden scoren. Daarom bleef het bij 2-0 in een wedstrijd die eigenlijk nooit een wedstrijd was.