Negatieve gedragingen en spreekkoren dienen verbannen te worden uit de Nederlandse voetbalstadions. Die mening is FC Utrecht toegedaan en daar probeert de club binnen al de mogelijkheden die het heeft een bijdrage aan te leveren.

Het schikkingsvoorstel dat de openbare aanklager betaald voetbal heeft gedaan naar aanleiding van een vooronderzoek dat zij deed na de wedstrijd FC Utrecht – Ajax, gespeeld op 5 april jl., wordt echter door FC Utrecht betwist. FC Utrecht dringt aan op een onderhoud met de openbare aanklager betaald voetbal, om inzichtelijk te krijgen waar de inspanning van FC Utrecht, binnen haar mogelijkheden in relatie tot de afspraken die clubs hebben met de KNVB, tekortgeschoten is. Dit is voor FC Utrecht de enige mogelijkheid om dieper op de materie in te gaan en ook vragen ter beantwoording voor te leggen aan de openbare aanklager.

Dit wil niet zeggen dat FC Utrecht ontkent dat antisemitische leuzen zijn gebezigd. Het is verwerpelijk en onacceptabel dat hiervan in haar stadion sprake was. FC Utrecht neemt hier nadrukkelijk afstand van en biedt hiervoor nogmaals haar excuses aan.

FC Utrecht is er alles aan gelegen om gezamenlijk spreekkoren met een negatieve lading, van allerlei aard, uit te bannen. Uit haar eigen stadion, maar ook uit andere stadions. Dit onderwerp is landelijk te belangrijk. Mede daarom wil de clubleiding inhoudelijk over de schikking spreken met de openbare aanklager betaald voetbal. Hoe gaan de clubs en KNVB hier in de toekomst mee om en hoe staat dit in verhouding tot soortgelijke niet-onderzochte en –bestrafte voorvallen in andere stadions?

Het accepteren van het schikkingsvoorstel dat de openbare aanklager betaald voetbal FC Utrecht heeft gedaan, zonder enige toelichting, lost het landelijke breed maatschappelijke probleem niet op.