Sander Keller: "In Nederland is FC Utrecht voor mij de ideale club."

 

Naast alle aankopen van de zomer, was er nog een keer reden tot juichen voor de FC Utrecht-supporters: Sander Keller besloot zijn contract met drie jaar te verlengen. Mede hierdoor zal de Galgenwaard drie jaar langer een moeilijk te veroveren vesting zijn. De Amsterdammer is niet meer weg te denken uit het hart van de Utrechtse defensie. Forza zocht hem op.

Het is een mooie zomermiddag op Sportpark Zoudenbalch als we een afspraak hebben met Sander Keller. De warmte heeft iets Zuid-Europees en daardoor is het broeierig en zeer rustig op het sportcomplex. In de kantine legt het schaduwbestuur een kaartje en buiten worden zo nu en dan sigaretjes gerookt. De sfeer is wat landerig, totdat Sander Keller het terrein op komt. Met zijn soepele tred en swingende houding zorgt hij voor leven in de brouwerij. We besluiten binnen te gaan zitten voor een goed gesprek over voetbal, FC Utrecht, scheidsrechters en aanvallers.



 
Sander Keller: Amsterdammer in Utrecht
“Ik ben gewoon verbonden met de club op dit moment. Ik speel hier al best lang en doe gewoon elke training en elke wedstrijd mijn best. Ik denk niet echt na over mijn afkomst. Utrecht is mijn club, en daar speel ik voor.”
 
Hoe ben je hier terecht gekomen?
“Ik speelde in de A1 van Ajax, en als je naar het tweede ging kreeg je een contract. Voor mij was geen plek. Hans Westerhof was bij Ajax hoofd jeugdopleidingen, hij belde met Hans van Breukelen die technisch directeur was bij FC Utrecht. Toen kon ik op amateurbasis terecht bij FC Utrecht.”
 
Ik heb ergens gelezen dat je ploeggenoten ooit iets uit je trainingsbroek geknipt hebben?
“Nou… Het was ’s ochtends vroeg… Zondagochtend, je kent het wel… Lekker een trainingsbroek aan. Maar ik had alleen maar trainingsbroeken van Ajax thuis. Er zat dus een Ajax-logo op. Toen kwam ik er achter dat dat hier niet zo gewaardeerd werd. Ik wist niet dat het zo diep zat!”
 
En dat logo is er uit geknipt?

“Nee, uiteindelijk niet. Maar ze wilden het wel doen. Stefan Postma hield me vast en teammanager John van Erve kwam met de schaar aanzetten. Maar het was meer een geintje hoor. De week daarna kwam ik met een Champions League-pak. Dat mocht nog net. Ik zei: Dat is voor FC Utrecht de toekomst.”

Je kwam dus bij FC Utrecht terecht, en werd verhuurd aan RBC.
“Ja, ik speelde toen twee jaar in het tweede van FC Utrecht, en het zag er naar uit dat ik het derde jaar weer in het tweede zou spelen. Frans Adelaar was toen hoofdtrainer en hij gaf heel eerlijk aan dat ik waarschijnlijk weinig aan spelen in het eerste toe zou komen. Toen besloten we dat ik het beste verhuurd kon worden aan een andere club. Dat werd RBC.”


 
Roosendaal is wel een eindje uit de buurt.
“Daar heb ik niet echt naar gekeken. Ik heb gekeken naar de club. RBC was een club in opbouw. Trainer was toentertijd Robert Maaskant, en die kwam ook goed op me over.”
 
Hoe was het om daar ervaring op te doen?
“Ik ben blij met die ervaring. Ik heb mooie dingen meegemaakt en veel geleerd bij RBC. Daardoor ben ik veel sterker geworden. Ik speelde in mijn eerste jaar met spelers waar ik vroeger van droomde: Regi Blinker, Henk Vos, Tomec Iwan, Oscar Moens… Leuke spelers! En we speelden ook leuk voetbal, maar we verloren wel veel. Daardoor degradeerden we. In het tweede jaar promoveerden we weer door middel van de nacompetitie. En in het derde jaar hebben we ons gehandhaafd in de eredivisie. Ik ben blij dat ik daar deel van heb mogen uitmaken.”
 
En daarna groeide je langzaam in de basiself van FC Utrecht.
“Ik kwam terug bij FC Utrecht toen de club, financieel gezien, aan de grond zat. Veel spelers gingen weg en er kwamen andere spelers. Ik kwam niet binnen als de grote aanwinst, maar ik heb mezelf wel opgewerkt. De stap van RBC naar FC Utrecht is vrij groot, maar langzaam maar zeker groeide ik er in.”
 
Wat is dat voor een man, die Du Chatinier?
“Ton… Ja, wat voor man is het. (glimlacht, DvdL) Ik moet natuurlijk wel een tactisch antwoord geven hè?”
 
Ja, hij is een trouwe lezer van het blad.
“Zet dan maar neer: Als hij me in de basis zet, heb ik geen problemen met hem. Hahaha…”
 
Hij krijgt nu hulp van Jan Wouters. Hoe kijk je daar tegen aan?
“Ik train nu pas een week met Jan Wouters, dus daar heb ik nog niet veel kijk op. Jan Wouters loopt al een tijdje mee. Hij heeft bij grote clubs gezeten en probeert dat op ons over te brengen. Hij geeft goede aanwijzingen en ik hoop dat ik nog veel kan leren van hem. Het bevalt me wel.”


 
Er wordt dit seizoen veel van jullie verwacht. Ben je bang voor de extra druk die dat oplevert?
“Bang niet. Het is wel zo dat er aardig wat nieuwe jongens bij zijn gekomen. Mensen verwachten natuurlijk wel wat. Sommige jongens zijn nog jong en daar kun je nog niet alles van verwachten. We zitten in een opbouwfase en ik hoop dat de mensen dat ook zien. Het verwachtingspatroon hoort bij FC Utrecht, en wij zullen er alles aan doen om er aan te voldoen.”
 
Zelf heb je je contact verlengd.
“Ja, dat klopt. Ik heb het hier naar mijn zin. Utrecht is voor mij een mooie club. Buiten de top drie zou ik niet naar een andere club in Nederland toe willen.”
 
Waardoor komt het dat je het naar je zin hebt bij Utrecht?
“Ik vind het gezellig hier. Ik speel graag in de Galgenwaard en als je dan ziet wat ze hier in de toekomst willen realiseren, dan is het mooi als je daar een steentje aan bij mag dragen.”
 
Heeft de ambitie van de club voor jou een grote rol gespeeld bij je contractverlenging?
“Ik heb daar natuurlijk wel aan gedacht, maar ik heb dat niet met de trainers besproken ofzo. Het zit meer in je achterhoofd. Als je al lang bij een bepaalde club zit, kun je toch een soort van verzadigd raken en als speler moet je jezelf toch doelen stellen.”
 
Jullie leken er heel snel uit te zijn met elkaar.

“We waren al een tijdje in gesprek. In Nederland is FC Utrecht voor mij de ideale club om voor te spelen. We hadden allebei de intentie om met elkaar verder te gaan, en gelukkig is dat gelukt.”

Je merkte al tijdens de Kick Off dat de sfeer rond de club enorm positief is…
“Ja, wat vonden jullie van die Kick Off? Ik vond het een leuke dag…”


 
Wij vonden het ook erg leuk, vooral het feit dat spelers voor het publiek makkelijker te benaderen waren.
“Ja, als we als spelers een beetje los gelaten worden, maken we ook meer mee van de dag. Ik vond deze locatie ook erg leuk. Het was natuurlijk ook mooi weer…”
 
Is een goede sfeer voor jou belangrijk om goed te presteren?
“Als je je lekker voelt, gaat het allemaal toch makkelijker dan dat je iets met tegenzin doet. Misschien ga je dan toch anders spelen. Het afgelopen seizoen merkte je wel dat er soms wat negativiteit was. Het is lekker als je het veld in gaat met het gevoel: Je mag een fout maken.”
 
Een aanvaller kan vijf keer een fout maken. Als verdediger kan elke fout een tegengoal zijn. Maakt dat je kwetsbaar?
“Ja. Daarom vind ik dat je achterin altijd nuchter moet zijn. Ik schiet die bal liever weg dan dat het mooi is.”
 
Wat is de meest lastige aanvaller waar je het afgelopen seizoen tegen hebt gespeeld?
“Mijn standaard antwoord is dan: Elke tegenstander is lastig, als je zelf niet geconcentreerd bent. En dat is ook echt zo.”
 
Wijk eens van het standaard antwoord af?
“Ik denk dat afgelopen seizoen Marcus Berg een lastige spits was.”
 
Veel mensen vragen zich ook af hoe het is om tegen zo’n Suarez te spelen.
“Aan de ene kant is het lekker om tegen hem te spelen, want als je hem uit de wedstrijd speelt is het top. Maar hij blijft het maar proberen en geeft niet op. Het is leuk om tegen hem te spelen, het maakt je scherper. Mensen vinden hem vaak irritant, maar goede spitsen moeten ook irritant zijn.”



 
Tim Cornelisse is de nieuwe aanvoerder van FC Utrecht. Ben jij de tweede?
“Volgens mij niet. Ik heb het overgenomen toen Van Dijk en Tim Cornelisse geschorst waren en Schut geblesseerd was. Ik vond trouwens wel dat Van Dijk er vorig jaar voor de groep was. Het was een moeilijk jaar en ik vind dat hij wel een bepaald soort leiderschap uitstraalt. Gregoor is geen domme jongen.”
 
Zou het dan zo zijn dat Van Dijk slachtoffer is geworden van een negatief jaar?
“Dat weet ik niet. Ik weet wel: Als er iets gebeurt en de media wil een reactie, dan is de aanvoerder daarvoor de aangewezen persoon.”
 
Sprak hij ook namens de spelersgroep?
“Hij praatte wel met de spelers. Met name met de oudere jongens in de groep. Er komt natuurlijk ook een stukje gevoel bij kijken. In principe spreekt een aanvoerder namens de spelersgroep.”
 
Wat is jouw rol in de groep?
“Ik ben geen aanvoerder, maar ik doe wel m’n woord. Er zijn zoveel randzaken en ik vind dat je moet presteren op het veld. En daar wil ik winnen.”
 
Neem jij nieuwe spelers een beetje op sleeptouw?
“Het is niet zo dat ik alles voor ze doe. Maar als ze me wat willen vragen of er valt me iets op, dan zeg ik dat wel. Ook op een training, want we hebben elkaar nodig om te kunnen winnen. Maar ik ben niet een soort leermeester.”
 
Je wordt zo langzamerhand één van de meest ervaren spelers in de selectie.

“Dat hoort erbij, maar ik voel me nog niet zo hoor. Ik hoor niet echt ergens bij, ik kan het met iedereen goed vinden. Ik vind het alleen maar leuk als er jonge, talentvolle spelers bij komen.”

 

 

 


Scheidsrechters in de eredivisie zijn een heet hangijzer. Wat vind jij er van?
“Sommige volgen te veel de regels en voelen de wedstrijd niet aan. Dat vind ik wel eens jammer. Sommigen trekken te snel een gele kaart omdat dat zo in de regels staat, terwijl ze de sfeer van de wedstrijd niet aanvoelen. Ik vond Dick Jol altijd een hele goede scheidsrechter die de sfeer van wedstrijden heel goed aanvoelde. Je moet met een scheidsrechter kunnen praten, zij doen ook hun werk.”
 
Ben jij voorstander van werken met camera-beelden?
“Nee. Ik vind het de charme van het spel dat er soms dingen verkeerd gaan. Misschien kan een camera op de doellijn wel een goed hulpmiddel zijn. Maar het is net als regen, waardoor het gras een modderpoel wordt: Dat is voetbal.”
 
Wie is je favoriete scheidsrechter op dit moment?
“Wiedemeijer. Hij fluit misschien niet altijd even goed, maar je kunt wel normaal met hem praten.”
 
Je gaf net aan dat je gecharmeerd was van Dick Jol. Wat vind je van zijn generatiegenoot: Roelof Luinge?
“Dat is niet mijn favoriete scheidsrechter. In mijn ogen fluit hij een beetje zijn eigen wedstrijdjes. Hij zit wel overal goed op. Hij ziet echt bijna alles. Maar ik heb met een Wiedemeijer meer gevoel dan met Luinge.”
 
Wat vind je van het contact met de supporters?
“Op de training komen ook altijd veel supporters en dan is de sfeer altijd heel gemoedelijk. Het is allemaal heel open. Bij de wedstrijden kan er misschien wat meer samenwerking ontstaan. Dat wij wat harder werken en zij er meer achter gaan staan…”
 
Vind je de supporters kritisch?
“Het FC Utrecht-publiek is altijd kritisch. Dat is Utrecht. Maar het is ook zo: Als je het hier goed doet, zie je ook dat iedereen achter je gaat staan. Ik heb zelf nooit problemen met het publiek. Ik mag onze supporters graag.”

Danny van der Linden

Eerder geplaatst in Forza in november 2009

 

 

 

 

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen