Frans van Seumeren: ‘De hele voetballerij zo ziek als de pest’
Frans van Seumeren (64) spreekt zich uit. De clubeigenaar heeft het seizoen van FC Utrecht vol randzaken en teleurstelling van dichtbij meegemaakt. Vaker dan ooit krijgt de succesvolle zakenman de vraag waar hij toch aan begonnen is. Zijn antwoord is resoluut. ‘Ik ben geen wegloper!’ Over bodemloze putten, dode paarden, marathonlopers en licht aan het einde van de tunnel.
Bent u jaloers op Mark van der Kallen?
‘Nee, waarom zou ik?’
Hij verkocht onlangs ADO met een miljoenenwinst, terwijl u al meer dan veertig miljoen investeerde in FC Utrecht.
‘Ik zag Mark vorige week bij onze wedstrijd in Den Haag tegen ADO en hij zag er heel gelukkig uit. Hij heeft het knap gedaan, op zijn manier. Ik kan wel begrijpen dat hij op een gegeven moment heeft gezegd: Voor mij is het nu genoeg.’
Dat moment is bij u ook zeker al een paar keer voorbijgekomen?
‘Absoluut niet. Niets ten nadele van Mark, hij is een prima kerel, maar ik ben, denk ik, iets meer een voetbalmens. Daarom heb ik, en daar ben ik heel eerlijk in, nog geen moment gedacht: En nu ga ik de club verkopen.’
Waarom niet? U heeft zo veel geïnvesteerd en het heeft allemaal niets opgeleverd. FC Utrecht is toch gewoon een bodemloze put?
‘Ho ho, niets opgeleverd? Onzin! In acht jaar tijd twee keer Europees voetbal, we hebben dit seizoen meer toeschouwers dan vorig jaar, in de afgelopen jaren zijn genoeg mooie wedstrijden voorbijgekomen, de jeugdopleiding draait geweldig en ook financieel zetten we goede stappen. Over het totaalbeeld ben ik dus helemaal niet zo pessimistisch. Wel heb ik op een gegeven moment een nieuw management aangesteld en kenbaar gemaakt dat ik er geen extra geld meer in ga gooien. Volgens mij is het nu al met al iets meer dan veertig miljoen euro, dat is wel voldoende.’
Maar waar staat FC Utrecht nu? Onder in de middenmoot en weer een seizoen vol ellende.
‘Het technische plaatje valt tegen, daar hadden we dit seizoen met zijn allen meer van verwacht. Maar is het echt zo dramatisch? Onze spelersbegroting is volgens mij de negende of tiende van Nederland. Nou, met een beetje geluk word je dan zesde, anders twaalfde. Dat laatste telt momenteel voor ons.’
U kunt na het tweede tegenvallende seizoen op rij ook denken: Na acht jaar is het wel mooi geweest.
‘Ik ben geen wegloper, kom nou! Denken jullie niet dat ik grotere problemen in mijn leven ben tegengekomen? FC Utrecht is een van mijn bedrijven, en in de praktijk is het de moeilijkste leerling van de klas. Maar die laat ik niet vallen, nooit niet!’
Die eigenschap is de redding van FC Utrecht.
‘Ik heb altijd gezegd: Ik verbind me tien jaar aan FC Utrecht, dat is een belofte die ik heb gedaan. Ik zit nu op acht jaar, maar ik denk dat ik mezelf tot aan mijn tachtigste aan de club verbind.’
Clubliefde maakt blind.
‘Denk je dat je je leven kan bouwen, alleen maar door materiële gelddingen? Denk je dat ik een succesvol zakenman ben geworden, omdat ik dacht dat ik rijk wilde worden? Onzin!’
Het vuur spat uit uw ogen.
‘Dat komt doordat iedereen wel van alles kan roepen, maar het met iets heel anders te maken heeft. Ik ben succesvol geworden omdat ik de beste wilde zijn, en toen werd ik vanzelf rijk. Dat is een mindsetting. Daar gaat het om in je hoofd. Daarom is weglopen onmogelijk! En verklaar me dan maar stapelgek, misschien ben ik dat ook wel, maar zo steek ik in elkaar. Ik ging in anderhalf jaar tijd zesduizend kilometer door Europa lopen, dan moet je misschien wel een beetje krankzinnig zijn. Op bepaalde dagen, na een lange dag wandelen door weer en wind, was ik zo vies, ik kwam een hotel niet in. Dan schoof ik meestal mijn vrouw naar voren, om het alsnog voor elkaar te krijgen. Maar het was wel de mooiste tijd van mijn leven. Wat ik ermee wil zeggen: Ik kijk door een hele andere bril naar de problemen van FC Utrecht dan jullie en zoveel anderen dat doen. Nee man, schei uit. Het is toch fantastisch man! Als ik op een zondag die twintigduizend man lekker naar het stadion zie lopen en plezier zie hebben, dan is dat toch hartstikke mooi.’
Dan is FC Utrecht dus vooral een maatschappelijk project, een goed doel.
‘Nee joh! Natuurlijk, als je ergens geld in stopt, dan wil je er ook een succes van maken. Dat is met alles. En natuurlijk, de rommel die we zijn tegengekomen, is veel groter dan we hadden verwacht. Maar het is toch niet zo dat ik nu zielig in een hoekje ga kruipen en ga denken: Het gaat niet lukken met FC Utrecht. We zijn op de goede weg!’
Maar wat is dan wél het perspectief dat zo blijft trekken?
‘We zullen geen kampioen worden, zo gek ben ik ook weer niet. Toch blijf ik ook bij mijn standpunt, en dat vinden jullie misschien gek, dat FC Utrecht gewoon een goede subtopper moet worden en financieel gezond door het leven kan.’
Dat is niet gek, alleen wordt dat al wel heel lang verkondigd…
‘Het is een marathon, waarbij we nu op kilometer 37 zitten. We zijn nu met de zwaarste kilometers bezig, maar we bereiken die finish. En dan hoef ik er zeker helemaal geen geld meer in te steken en kan de club zichzelf bedruipen. Dat moment komt steeds dichterbij en is hopelijk medio 2016 de realiteit, zoals we drie jaar geleden al zeiden.’
Dat is het heilige doel, maar waar moeten de inkomsten vandaan worden gehaald?
‘De kostenkant is wel zo’n beetje klaar. Daar hebben we, vooral met dank aan Wilco van Schaik en de financiële man Michel Baas, gewoon prima zaken gedaan en hebben we onder controle. Alleen er moet ook geld binnenkomen. Daar ligt sinds dit seizoen meer de focus op. Dit jaar gaan we voor het eerst sinds jaren groeien met een klein miljoen, dat gaat dus ook de goede kant op. Maar het is minder dan we vooraf hadden gehoopt, daar ben ik eerlijk in.’
Het valt dus allemaal wel mee met het etiket van de sleeping giant. Zo groot is FC Utrecht gewoon niet.
‘Dat is me tegenvallen, of beter gezegd, de realiteit is anders. FC Utrecht is een volksclub maar Utrecht is geen voetbalstad. Het is de rijkste stad van Nederland, maar de mensen zijn niet in groten getale voetbalminded. GroenLinks en D66, dat is de kleur van de stad, het zijn geen voetbalmensen. Onze fans komen vooral uit de omgeving van de stad. Bunnik, Houten, De Meern, Nieuwegein. Veel midden- en kleinbedrijven zijn onze sponsors, die zijn in de afgelopen jaren door de economische crisis het hardste getroffen, en dat werkt door op de inkomsten van een club. Toch is er het afgelopen jaar weer een stijging zichtbaar aan de inkomstenkant, dus er gloort zeker wel licht aan het einde van de tunnel.’
En dat in een voetbaltechnisch dramatisch jaar. De koers van aanvallend voetbal is hopeloos mislukt.
‘Hopeloos niet, maar het liep inderdaad anders dan verwacht. We hebben het geprobeerd, alleen de aanvallende speelstijl, werd een te aanvallende speelstijl. We verloren thuis veel te veel wedstrijden, vooral van clubs die onder ons stonden. Spektakel was er wel, absoluut, volgens mij zijn we het tweede stadion van Europa met de meeste goals, alleen vielen ze te vaak voor de verkeerde ploeg.’
Eindelijk had u Co Adriaanse binnen. Dat is flink tegengevallen.
‘In de praktijk kon Co niet zijn stempel drukken op het eerste elftal zoals hij dat voor ogen had. Dat is een inschattingsfout geweest van ons beiden. De invloed van een adviseur is nou eenmaal moeilijk te meten, maar toch heeft het ons zeker wel wat opgeleverd. Co was geweldig in al zijn betrokkenheid, gaf goede adviezen waar we in de toekomst zeker profijt van gaan hebben. Alleen: het knaagde ook bij hem, en dat kan ik me goed voorstellen. Uiteindelijk blijft de hoofdtrainer degene die beslist. In de tegenvallende serie wilde Robby Alflen bijvoorbeeld met wat meer zekerheid spelen. Co vond juist dat we moesten blijven aanvallen. Die discussie is alleen maar goed en werd gewoon open gevoerd. Co is een fijne man en ik voorzie dat hij misschien wel als ambassadeur aan de club verbonden blijft.’
Dat geldt niet voor Rob Alflen. Is het eerlijk om hem na één jaar af te rekenen?
‘Dat ligt anders. We missen iets in de organisatie en dan doel ik op het voetbaltechnische verhaal. Daar zijn we specifiek naar gaan kijken. We zijn uitgekomen op een model met een technisch manager die ook als hoofdtrainer fungeert, met een veldtrainer naast zich. Iemand die de hele voetbaltak gaat runnen, scouting, jeugdopleiding, noem maar op. Daar hebben we behoefte aan en Robby gaf zelf al eerlijk aan dat hij die job niet zo zag zitten. Zijn focus moet op het veld liggen, dus besluiten we uit elkaar te gaan.’
De keuze valt nu weer op een Engels model. Met Erik ten Hag als technisch manager en hoofdtrainer, en Jean-Paul de Jong als veldtrainer.
‘Dat waren al vrij snel onze ideale kandidaten. Ten Hag heeft bij PSV en nu weer Bayern München in de absolute top gewerkt en ervaring opgedaan. Een ambitieuze jongen, die weet wat er wordt gevraagd om als club te groeien. Met Jean-Paul de Jong hebben we een clubicoon, iemand die het trainersvak beheerst, de Utrechtse taal spreekt en goed ligt bij de fans. Samen hebben ze in het verleden goed samengewerkt bij Go Ahead Eagles. We hebben er vertrouwen in, voor de lange termijn. Natuurlijk, uiteindelijk zal de praktijk het uitwijzen, daar ben ik inmiddels ook wel achter, alleen voor mijn gevoel kan de hele club met deze twee jongens een boost krijgen.’
Het chagrijn moet opnieuw worden weggespoeld, na een jaar vol randzaken en incidenten.
‘Gooi alles op een hoop en ik kan me voorstellen dat mensen denken: Wat is er met die club aan de hand? Dat gedoe met Kali, die greep uit de clubkas, die leuzen van de supporters. Nou, ik kan je zeggen: er is helemaal niets met de club aan de hand. FC Utrecht staat echt niet in brand. Wel zijn het stuk voor stuk trieste incidenten geweest, waarbij het ons in bepaalde gevallen helaas gewoon overkwam.’
Hoe is het voorval van bokser Anouar Kali bij u gevallen?
‘Ik hoorde dat er een knokpartijtje op de training was geweest. Ah joh, maak je niet druk, vroeger schopte ik ook weleens van me af, dacht ik nog. Totdat ik een dag later de beelden zag. Daar zag ik zoveel frustratie bij Anouar Kali, het verbaasde me, zo ken ik dat jochie helemaal niet. Op dat moment was het kwaad al geschied. Gebroken kaak bij Peterson, wel een geldboete, geen schorsing, en toen moest de wedstrijd nog komen. Hij werd uitgejouwd door de eigen fans. Dat deed hem pijn, hij wilde niet meer en we zijn gaan kijken naar een oplossing. Heel jammer, want ik vind hem nog altijd een goede voetballer, maar ik begreep dat er geen toekomst meer was.’
De beslissing om hem te schorsen kwam toch veel te laat.
‘Ja, dat had eerder gemoeten, maar dat zag Wilco van Schaik zelf ook in. Hij ging door het stof, wist dat hij daarmee veel over zich heen zou krijgen, ook weer typisch Nederlands, en dat vond ik moedig.’
Een paar weken eerder werd er gewoon even tachtigduizend euro gestolen uit de eigen clubkas.
‘Zo triest, je eigen mensen misbruiken je vertrouwen. De wedstrijd tegen Borussia Dortmund leverde veel geld op, en ja, dat moet je ergens opbergen. De code van de kluis was maar bij een select groepje bekend, mensen die je blind vertrouwde. Niet dus. Natuurlijk zijn er harde woorden over gevallen, vooral dat het geld een paar dagen in de kluis lag, maar dat is achteraf. Als geld in een kluis al niet meer veilig is… Het ergste voor mij is dat mensen die roepen een FC Utrecht-hart te hebben, de club zoveel schade toebrengen. Van de tachtigduizend euro is maar achtduizend euro teruggevonden, via de verzekering krijgen we nog wel iets terug, maar lang niet zoveel. Triest.’
Algemeen directeur Wilco van Schaik kwam onder vuur te liggen. Daar ergerde u zich flink aan.
‘Ik sta honderd procent achter Wilco. Heel simpel: kom je aan hem, dan kom je aan mij en heb je een groot probleem. Hij saneert en bouwt op, is dag in dag uit keihard bezig om FC Utrecht erbovenop te helpen. Zo bezeten, zo integer, zo correct, en met een giga drive. Natuurlijk, hij is enthousiast en kan goed communiceren. Als het tegenzit, wordt hij daar opeens op gepakt, maar bij de successen hoor je die gasten niet.’
De vijfde colonne meldde zich onlangs weer massaal.
‘Dat is niet alleen bij FC Utrecht zo, maar overal in de voetballerij. Iedereen die in het verleden een positie binnen een club heeft gehad, loopt te zagen als het even tegenzit. Of omdat ze zelf weer een plekje willen, of omdat ze rancuneus zijn. Daarbij zijn de Utrechtse mensen niet de meest vrolijke mensen van Nederland, dus het verbaasde me totaal niet. Alleen: ik heb ze geen moment serieus genomen.’
Er waren zelfs geluiden dat u aan de club zou verdienen.
‘Typisch Nederlands: altijd denken dat je ergens iets aan moet verdienen. Luister, ik zal het geld er nooit meer uit krijgen, maar dat is ook niet mijn doel, dat heb ik jullie net uitgelegd. Ik heb nog nooit ook maar één eurocent aan de club terugverdiend. Als dat mijn insteek zou zijn, was ik wel iets anders met het geld gaan doen.’
U reageert geïrriteerd.
‘Dat komt omdat dit soort geluiden niet mij, maar zoveel mensen in de voetballerij treffen. Neem Joop Munsterman. Schandalig hoe hij nu overal wordt afgemaakt. Schan-da-lig! Ik baal daar oprecht van. Hij heeft de club gered, heeft geprobeerd om een nieuwe topclub ervan te maken, maar heeft alleen verder proberen te springen dan zijn polsstok lang is. Ik praat het niet goed, is niet slim, maar wat zie je nu? Al die mensen die hem jarenlang bewierookt hebben, staan vooraan om zijn kop eraf te hakken. Zo makkelijk. Hij heeft zijn hart en ziel in de club gestoken, en daarom trek ik het me aan. Het is onrechtvaardig. Hij is al die tijd door alles en iedereen op een voetstuk gezet, ook door jullie met VI, hoeveel lovende verhalen ik niet heb gelezen, en nu het misgaat komen ze uit alle hoeken en gaten.’
Maar hij heeft er toch ook gewoon een puinhoop van gemaakt?
‘Zoveel mensen beseffen niet waar de levensvatbaarheid vandaan komt van clubs als FC Twente, FC Utrecht, NAC Breda, NEC, Feyenoord, en zo kan ik nog een half uur doorgaan. Waarom bestaan die clubs nog? En daarmee het Nederlands voetbal?’
Zeg het maar.
‘Doordat er toevallig een paar idioten zijn zoals Frans van Seumeren, die allemaal achter de club zitten en bijspringen. Was dat niet zo? Dan zaten er nu dertig clubs in Categorie 1. Want weet je: de hele voetballerij is zo ziek als de pest! Het is toch te belachelijk voor woorden dat zeventig procent van de Nederlandse clubs zichzelf niet overeind kan houden. Vrijwel elke organisatie is verliesgevend. Het is helemaal niks. En dan komt er op die mensen, die de clubs en het voetbal proberen te redden en dat al zo vaak hebben gedaan, opeens bakken kritiek als het even tegenzit is. Belachelijk.’
De voetballerij is dus niet meer te redden zonder investeerders?
‘Nee, voor veel clubs is dat helaas de realiteit. Daar hoeven we ook niet zielig over te doen. Het ligt namelijk aan het wereldje zelf, met alle eigen achterbakse kenmerken, waardoor clubs stuk voor stuk in de problemen komen. Daarin verschilt de voetballerij van alle andere sectoren. Je kan worden belazerd waar je bij staat.’
Daarmee doelt u onder meer op Swansea City. Zij zijn jullie een miljoen euro verschuldigd voor het percentage van de transfer van Michel Vorm naar Tottenham Hotspur, maar hebben jullie met een dubieuze constructie een oor aangenaaid en willen niets betalen.
‘In het normale zakenleven zou zoiets nooit gebeuren. Een man, een man, een woord, een woord. Dat telt niet in de voetballerij, en zeker niet bij Swansea City. Sjoemelen met cijfertjes, zodat je afspraken kan schenden en de boel kan besodemieteren. Daar walg ik van. Het ligt overigens nog bij de FIFA, in juni verwachten we een uitspraak, maar dat het zover moet komen, is al erg genoeg.’
U was onlangs ook uitgesproken over spelers die FC Utrecht zomaar transfervrij verlaten, zoals Tommy Oar.
‘Aan dit soort zaken irriteer ik me mateloos, ja. We halen hem naar Nederland en maken afspraken met zijn zaakwaarnemer Rob Jansen. Hij mocht twee andere Australische gasten, Adam Sarota en Michael Zullo, meenemen. Zij hier zichzelf in the picture spelen, wij alles aanbieden, samen sportief proberen te groeien en dan financieel beiden beter worden. Het hele verhaal vindt plaats, behalve de laatste hoofdstukken. Want dat komt hen opeens niet meer uit. Eerst roepen dat je niet gratis de deur uit wil lopen, en dan opeens weigeren bij te tekenen. Tommy is, net als Adam en Michael, namelijk in de kern gewoon een goed ventje. Hij heeft het ook goed gedaan bij ons, maar dat het dan zo’n einde krijgt. Dat blijft me verbazen.’
Toch wilt u van ophouden niets weten. Denkt u nou echt nooit: Het is trekken aan een dood paard?
‘Daar komen jullie weer aan, jullie lijken wel een tribunaal. Geloof me: ik zit vol met positieve energie en heb alle vertrouwen in een mooie toekomst van FC Utrecht. Door dit interview weten jullie waar die gedachten vandaan komen. Ik ben er nog lang niet klaar mee.’
Eerder geplaatst in Voetbal International op 22 april 2015
Reactie plaatsen
Reacties