De successen van Nol de Ruiter

 

Eigenlijk is het een wonder dat Nol de Ruiter halverwege 1984 als opvolger van Barry Hughes werd gecontracteerd. Eigenlijk had het toenmalige bestuur van FC Utrecht twee andere kandidaten op het oog. Uit een sollicitatiegesprek met de toenmalige voorzitter Theo Aalbers klonk weinig vertrouwen in de richting van De Ruiter. ,,Wie stelt die trainer eigenlijk voor, met clubs als SVV en Veendam achter zijn naam,’’ moet de toenmalige preses opgemerkt hebben. Maar het snedige antwoord van De Ruiter gaf uiteindelijk de doorslag. ,,Bij welke club was u eigenlijk voorzitter, mijnheer Aalbers?’’ zo reageerde Nol langs zijn neus weg. ,,Was dat niet SVW in Gorinchem?’’ Het ijs was meteen gebroken na deze kwinkslag en Theo Aalbers ging overstag. De Ruiter werd de nieuwe oefenmeester in Galgenwaard en daar zou de club geen spijt van krijgen.

 

 

 
De start van het seizoen 1984/1985 was overigens nogal teleurstellend. De resultaten vielen aanvankelijk tegen, de ploeg was erg wisselvallig. Nol: ,,Maar het bekerverhaal maakte alles goed. We kregen Longa in de eerste ronde en wonnen overtuigend met 6-1. De volgende tegenstander was Zwolsche Boys en ook die tegenstander leverde geen problemen op, een 4-0-overwinning. In de derde ronde hadden we opnieuw een thuiswedstrijd, nu was Volendam onze opponent. Drie dagen eerder hadden we in de competitie van Haarlem verloren en ik ben daarna behoorlijk tekeer gegaan tegen de spelers. Ton de Kruyk maakte twee goals en daardoor haalden we de kwartfinale.’’
De spelers van FC Utrecht en trainer Nol de Ruiter begonnen in een bekerstunt te geloven. In de volgende ronde stond er nog wel een pittige klus op het programma, de uitwedstrijd tegen Sparta, met Bas van Noortwijk in het doel en Louis van Gaal op het middenveld. Jan van de Akker en opnieuw Ton de Kruijk scoorden de belangrijke goals waardoor de Rotterdammers met lege handen achterbleven. De loting bracht vervolgens PSV als komende opponent, een ware vuurproef voor de formatie van Nol de Ruiter. De halve eindstrijd bestond in 1985 uit twee duels. In Galgenwaard bleef het op 7 mei 0-0 na een nogal saaie vertoning waarin de bezoekers uit Eindhoven zich vooral bezondigden aan spelvertragende actie. ,,PSV moet niet denken dat het halen van de finale een fluitje van een cent is. We hebben nog een appeltje te schillen met die ploeg,’’ zo waarschuwde De Ruiter zijn collega Jan Reker op de persconferentie.
 
 
 
 
Hoe bewaarheid zou dat dreigement worden. Want in de replay op een regenachtige dinsdag 21 mei 1985 presteerde FC Utrecht het onmogelijke. Dank zij een formidabele Jan-Willem van Ede die de beste wedstrijd uit zijn loopbaan speelde, werd PSV uitgeschakeld. Met weergaloze reddingen hield hij de Domstedelijke formatie op de been. Na negentig zinderende minuten bekervoetbal was het 2-2, de Utrechtse treffers waren van Jan Wouters en Piet Wildschut die de bal onfortuinlijk achter zijn eigen doelman Hans van Breukelen had gewerkt. In de verlenging werd niet meer gescoord waarna penalty’s de beslissing moesten brengen. Ook in deze extra serie bleek Van Ede onvermurwbaar. Eerst stopte hij de strafschop van Piet Wildschut waarna ook Erik-Jan van den Boogaard zijn inzet vanaf elf meter gestopt zag. Scheidsrechter Egbert Mulder liet deze penalty overnemen omdat de doelman van FC Utrecht zich te vroeg bewogen zou hebben. Uiteindelijk moest Rene van der Gijp de beslissende strafschop nemen maar het ‘enfant terrible’ van PSV schoot hoog over. De feestvreugde onder de spelers en de talrijke meegereisde Utrechtse aanhang was ongelooflijk groot.
 
 
 
 
De eindstrijd was vervolgens een anti-climax. Op donderdag 6 juni kwam eerste divisionist Helmond Sport naar Galgenwaard. Voorzitter Theo Aalbers had het ‘thuisrecht’ gekocht maar na negentig minuten stond nog steeds 0-0 op het scorebord In de derde minuut van de blessuretijd was het toch nog raak. Een gave voorzet van Frans Adelaar werd door John van Loen met een fraai boogje langs doelman Van der Meijden gekopt. De euforie in Galgenwaard was ondanks de teleurstellende finale toch enorm: voor het eerst in de FC-historie was de beker binnengehaald. De Ruiter: ,,We kwamen ook nog goed weg want vlak voor tijd kreeg Rene van Tilburg voor Helmond Sport nog een geweldige kans. Maar over het geheel genomen verdienden we die beker natuurlijk wel, zeker nadat we PSV in de halve finale geklopt hadden.’’
 
FC Utrecht lootte vervolgens een absolute Europese topclub als tegenstander, namelijk Dynamo Kiev. In de thuiswedstrijd steeg de ploeg van Nol de Ruiter boven zichzelf uit door de onoverwinnelijk geachte Russische formatie met 2-1 te kloppen via treffers van John van Loen en Gert Kruys. De Ruiter: ,,Ik denk dat we toen een van de beste wedstrijden uit het bestaan van de club hebben gespeeld. In de return waren we voor 100.000 toeschouwers uiteraard kansloos, ook al namen we in Kiev via Ton de Kruijk nog brutaal een voorsprong. Maar Dynamo won uiteindelijk de Europacup, wij waren achteraf de enige tegenstander van wie ze in dit toernooi hadden verloren. Ik kijk jaren later toch met veel plezier op die wedstrijden terug.’’
 
 
 
 
Waar De Ruiter met evenveel plezier op terugkijkt, is natuurlijk zijn derde seizoen waarin de ploeg via ene Erik Willaarts de nacompetitie haalde. Het was de allereerste (en tevens laatste) keer dat de KNVB een dergelijk verlengstuk had bedacht en FC Utrecht maakte er via het fenomeen Willaarts handig gebruik van. De voetballer uit Woudenberg – oom van Vitesse-spits Ricky van Wolfswinkel – werd de sensatie van de eredivisie door als voormalige amateur meteen tweede op de nationale topscorerslijst te worden achter Marco van Basten. Alles wat Erik aanraakte, veranderde bijna letterlijk in goud. Met als hoogtepunt de laatste wedstrijd in de nacompetitie tegen Roda JC waarin hij drie keer scoorde waardoor FC Utrecht sensationeel de serie won en dus alsnog Europees voetbal afdwong. De Ruiter: ,,Dat we Willaarts haalden, was ook een verdienste van de Utrechtse kranten die hem zo’n beetje naar Galgenwaard schreven. Ik had mijn bedenkingen toen ik hem een paar keer had zien spelen. Maar achteraf was het een fenomeen die we binnenhaalden.’’
Nol de Ruiter heeft als geen ander de ups en downs in Galgenwaard mogen meemaken. ,,In mijn laatste seizoen was er halverwege een spandoek met de tekst ‘De Ruiter rot op’. Dezelfde supporters die het spandoek hadden gemaakt, namen me na de overwinning op Roda JC als eerste op de schouders. Zo dicht ligt het dus allemaal bij elkaar in de voetballerij waar de waan van de dag vaak regeert.
 
Halverwege dat seizoen ’86-’87 had voorzitter Theo Aalbers zijn contract niet verlengd, FC Utrecht opteerde voor de terugkeer van Han Berger die enkele jaren eerder goede successen had geboekt in Galgenwaard. Maar misschien is Nol de Ruiter wel de trainer geweest die de meest opmerkelijke successen achter zijn naam mocht schrijven.
 

Hans van Echtelt

Eerder geplaatst op Rondomvoetbal in 2009

 

 

 

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Reactie plaatsen